Tijd is maar een vreemd iets. Het ene moment kruipt het voorbij en het volgende is de dag dat je op wereldreis gaat ineens daar! Donderdag 7 februari was de datum die wij maanden van tevoren al met dikke lijnen in onze agendas hadden omcirkeld; de dag dat onze wereldreis zonder einddatum begint… Na de jaarwisseling moesten we ons huis uit en toen ging het écht snel! Voordat we het doorhadden waren we bezig met onze tassen inpakken en stonden we op Schiphol.
Nadat we onze bagage hadden ingecheckt op Schiphol, was het tijd voor het moeilijkste deel van onze reis: uitgezwaaid worden door familie en vrienden. Het was absoluut een moeilijk moment, maar we hadden tegelijkertijd natuurlijk ook hartstikke veel zin in wat nog voor ons lag. Wat ook hielp, is dat we wisten dat we in Nepal twee van onze beste vrienden zouden zien. Zij waren al eerder naar Kathmandu gevlogen en zouden ons opwachten op het vliegveld!
Welkom in Nepal
Na een prima vlucht met een overstap van vier uur in Abu Dhabi, komen we aan op Tribhuvan International Airport. En dat dingen een beetje anders werken in Nepal, werd ons direct duidelijk. Onze visa hadden we in Amsterdam al geregeld, maar dat is zeker niet gebruikelijk. De meeste toeristen kiezen er namelijk voor om ter plekke een visum te regelen. Met als gevolg dat vrijwel iedere toerist uit het vliegtuig in díe rij gaat staan. Maar een rij voor toeristen die al een visum hebben, die is er dan weer niet. En omdat ze op het vliegveld waarschijnlijk nog nooit ook maar van bedrijfskleding gehoord hebben, was het nogal lastig om uit te vinden wie er nou aan het werk was. Een beetje verloren stonden we daar, totdat er een man naar ons toekwam die ons vertelde dat we in de rij met ‘Nepali passports only’ konden gaan staan… We kregen flink wat bedenkelijke blikken van Nepalezen naar ons toe, maar we kwamen zonder problemen door de controle. Even de koffers oppikken en we konden onze vrienden zoeken en Kathmandu verkennen!
Op het moment dat je als toerist het vliegveld uitkomt, stormen er verschillende locals op je af. Sommigen willen je tas dragen of je een taxi aanbieden (voor veel te veel geld). Gelukkig duurt het niet lang voordat we onze vrienden Valerie en Govinda zien staan, die ons verwelkomen met een heerlijk ruikende bloemenkrans. Samen stappen we in een auto die ons naar ons hotel middenin het toeristische Thamel brengt. De rit naar Thamel duurt ongeveer een half uur (tenzij het druk is) en er is zoveel te zien onderweg. Zeker in vergelijking met de wegen in Nederland, waar alles (meestal) netjes volgens de regels gaat, is een ritje door de straten van Kathmandu absoluut een belevenis. Op elk kruispunt rijdt iedereen zowat (bewust) tegen elkaar aan, om maar ruimte af te dwingen en regels zijn er eigenlijk sowieso niet. Ik ben maar wat blij dat ik niet hoef te rijden in deze hectische stad.
Nadat we bij ons hotel in hartje Thamel aankomen, hebben we wel zin om wat te eten. En is er een betere manier om je reis naar Nepal te beginnen dan met het eten van momo’s? Valerie en Govinda nemen ons mee naar een leuk restaurant, waar we direct een paar borden met de Nepalese dumplings bestellen én met een Nepalees biertje proosten op onze eerste avond in Nepal én het begin van onze wereldreis.
Een straat in Thamel, nog redelijk rustig begin februari.
We ontdekken al snel waar Kathmandu haar nickname ‘Dustmandu’ aan te danken heeft. Maskertjes scoren is dan ook zeker geen overbodige luxe. Al kun je er niet alles mee voorkomen; Juul, Govinda en Valerie zijn alledrie alsnog ziek geworden.
Zelf momo’s maken
Govinda’s broer Gopal woont met zijn familie in Kathmandu en hij nodigde ons uit om zelf momo’s te maken. Hoewel dat misschien een gemakkelijk klusje lijkt, is dat zeker niet het geval. Vooral het vouwen van het deeg is een precies werkje. Niet zo gek dus dat niet al onze momo’s even goed gelukt zijn, maar de smaak was er zeker niet minder om 🙂
Sightseeing en de lekkerste lassi in Nepal
Kathmandu is absoluut een bezoekje waard als je in Nepal bent. De stad heeft ontelbaar veel culturele en religieuze pleken die de moeite waard zijn om te bezoeken. We hebben nog maar een flintertje van de stad gezien, maar het is er zo mooi! De indrukwekkende Swaymbhunath tempel (onder toeristen beter bekend als de Monkey tempel) is zeker een bezoekje waard, net als het Durbar plein (ondanks de nog steeds zichtbare schade van de aardbeving in 2015). De laatste is trouwens wel erg prijzig, je betaalt 1500 NPR per persoon (zo’n 12 euro) om het gebied binnen te mogen. Hier vind je ook veel opdringerige tourguides die voor te veel geld je een tourtje willen aansmeren.
Hoewel Kathmandu een flinke stad is, hebben we toch veel lopend gedaan. Dat komt voornamelijk omdat de dingen die we bezocht hebben, niet heel ver van elkaar vandaan liggen. Daarnaast is het ook gewoon een leuke manier om de stad te leren kennen én de leukste winkeltjes en restaurantjes te ontdekken. Zo kwamen we onderweg naar het Durbar plein langs een klein winkeltje met tal van locals ervoor. Govinda vertelde dat ze hier de beste lassi (een populair yoghurtdrankje in Nepal) van heel Nepal verkopen. Dus uiteraard moesten we dat zelf ook even proeven. En tot op de dag van vandaag hebben we nog geen enkele lassi geproefd die ook maar in de buurt komt. Als je interesse hebt, je vindt het winkeltje ongeveer hier.
Hallo Pokhara!
Na slechts drie dagen in Kathmandu was het tijd om meer richting het westen van Nepal te gaan, naar Pokhara. Een stad die misschien nog wel het bekendste is omdat het dé uitvalsbasis is voor avonturiers die een trekking in de Annapurna mountain range willen doen. Omdat wij ook een trektocht in het gebied gepland hadden, moesten we dus eerst naar Pokhara. Vanuit Kathmandu kun je er komen met het vliegtuig of de bus. Vanwege de beperkte tijd die we hadden voor onze trekking, besloten we te gaan vliegen.
Het moment dat je uit het vliegtuig stapt in Pokhara, is letterlijk een verademing. De lucht voelt zo schoon in vergelijking met Kathmandu! Wisten wij veel dat onze plannen de dagen erna behoorlijk zouden veranderen… Maar daarover meer in ons volgende reisdagboek.