Plannen veranderen tijdens het reizen. Dat hebben we ondervonden toen we in Pokhara aankwamen. Het oorspronkelijke plan was om twee nachten in Pokhara te blijven voordat we aan onze trekking met Valerie en Govinda zouden beginnen. Een trekking die ons door een redelijk onbekend deel van het Annapurna gebergte zou brengen. Helaas was Valerie nog niet hersteld van haar ziekte, en dan druk ik me nog zacht uit…
Na een paar dagen besloot ze toch maar eventjes langs het ziekenhuis te gaan. Met in haar hoofd dat ze daarheen ging voor een check-up en misschien wat medicatie. Wisten wij veel dat ze vervolgens twee dagen in het ziekenhuis moest blijven omdat het aantal witte bloedcellen in haar lichaam veels te laag bleek te zijn. Hierdoor ben je veel vatbaarder voor allerlei ziektes en loop je het risico om van alles en nog wat op te lopen. Niet iets waar je écht op zit te wachten in Nepal. Hoewel de situatie natuurlijk vooral voor Valerie zelf vervelend was, bracht het voor ons ook een dilemma met zich mee. Govinda zou namelijk onze gids zijn (hij heeft een eigen trekking bureau: By Mountain People), maar hij kon Valerie niet achterlaten in een Nepalees ziekenhuisje. En dat zou bovendien voor ons ook niet goed voelen.
Hoewel Pokhara genoeg te bieden heeft en Govinda een heel relaxt hotel voor ons geregeld had, wilden we natuurlijk heel graag de bergen in. Maar het was duidelijk dat Valerie niet binnen een paar dagen zou opknappen. Dus de trek die we oorspronkelijk gepland hadden om met z’n viertjes te doen, zou het sowieso niet worden. Gelukkig komen we al snel met een oplossing. Omdat wij nog wel even in Pokhara blijven, kunnen we de trekking later doen. Niet met onze vrienden, zoals we zo graag hadden gewild, maar met een andere gids van By Mountain People. Met een beetje mazzel kon Valerie met een paar dagen rust wél een kortere en minder heftige tocht maken. Na een paar dagen rusten in Pokhara kreeg ze inderdaad groen licht om een korte trekking te doen. Omdat we al een permit hadden voor de Annapurna Conservation Area, had Govinda een route gemaakt waarmee we ook in dat gebied zouden komen. Als je een permit aanschaft, moet je namelijk exact aangeven wat je route is en wanneer je daar bent. Buiten die data kun je geen gebruik maken van de permit. Het zou dus behoorlijk zonde zijn als we onze permits helemaal niet meer konden gebruiken.
Eindelijk onderweg!
De middag nadat Valerie groen licht had gekregen om de bergen in te gaan, waren we klaar om te vertrekken. Govinda had een taxi geregeld die ons zou oppikken bij het hotel en droppen bij het startpunt van de trekking. We hadden gepland om niet hoger te gaan dan 2500 meter. Onderweg zouden we vooral veel kunnen zien van het lokale leven in de dorpjes. Het dorpje Dhampus vonden we heel leuk om te bezoeken. Het schijnt dat je er ook een prachtig uitzicht hebt op de bergen, maar helaas was het behoorlijk bewolkt waardoor het zicht beperkt was. Gelukkig is Dhampus zelf ook een plaatje met haar traditionele huisjes.
Na twee dagen hiken ging het zo lekker dat we samen besloten om toch iets hoger te gaan. Mardi Himal high camp (op zo’n 3600 meter) was ons nieuwe doel. Vooral Juul was heel enthousiast over dit plan en keek ontzettend uit naar wat meer uitdaging én lopen in de sneeuw. Mardi Himal is een redelijk bekende route, maar omdat het halverwege februari was, was het nog niet té druk en waren er voldoende slaapplekken beschikbaar in de theehuizen. Maar een trektocht maken voor het seizoen, heeft ook zo haar nadelen. De temperaturen zijn bijvoorbeeld een stuk lager, waardoor er nog veel sneeuw ligt en de nachten echt extreem koud zijn.
Blij dat we eindelijk onderweg zijn!
Slapen op de route
Tijdens een trekking slaap je in theehuizen. Dit zijn simpele accomodaties waar je vaak ook eet. Soms moet je betalen voor elektriciteit en wifi (wat vaak niet eens werkt). Theehuizen hebben een gemeenschappelijke ruimte waar iedereen zich verzamelt om te eten, spelletjes te spelen of gewoon warm te blijven. Theehuizen vanaf een bepaalde hoogte hebben namelijk altijd een grote houtkachel midden in de ruimte staan waarmee het ‘s avonds lekker warm blijft. Maar hout is schaars, dus de kachel gaat pas rond een uur of 4/5 aan om hout te besparen. Kom je dus voor die tijd aan in een theehuis, zorg dan dat je jezelf warm kunt houden en neem een goede donsjas mee. Wij hebben onze jassen last minute gekocht voordat we naar Nepal vlogen en tijdens deze trekking waren we er maar wat blij mee!
Je kunt je spullen van tevoren kopen, maar ook ter plekke in Nepal. Je vindt er tal van trekking shops die namaak producten (laat je niet voor de gek houden, alles is fake!) verkopen voor een fractie van de originele prijs. De kwaliteit wisselt een beetje, maar er zitten spullen tussen die bijna niet van echt te onderscheiden zijn. De prijzen in Kathmandu liggen vaak iets lager dan in Pokhara. We kunnen Goreto Gear in Thamel, Kathmandu aanbevelen. Wij kochten er onze donzen slaapzakken en de kwaliteit ervan is écht goed.
De eerste sneeuw
Onderweg naar Low camp (op ongeveer 3000 meter hoogte), liepen we voor het eerst in de sneeuw. Het lopen werd daardoor iets moeilijker omdat delen van het pad naast glad ook nog eens behoorlijk steil waren. Voor Juul maakt het niet veel verschil, maar ik vind dit soort situaties altijd wat lastiger. Mede hierdoor voelde ik me een beetje ziek toen we op onze slaapplek voor die nacht aankwamen (Cloudy hill, ook wel mid-camp genoemd). Ik had wat symptomen van hoogteziekte, dus Govinda gaf me een kommetje knoflooksoep (echt niet lekker…) en zei dat het verstandig was om even een meter of vijftig omhoog te lopen naar het uitzichtpunt om een beetje te acclimatiseren. Hierdoor voelt je lichaam vaak weer wat beter aan op de hoogte waar je gaat slapen.
Het was de hele dag nogal bewolkt, maar toen we op het uitzichtpunt aankwamen, werden we getrakteerd op een geweldige zonsondergang met prachtig uitzicht op meerdere bergen van meer dan 8000 meter hoogte én de iconische (en heilige) Machapuchhre (beter bekend als Mt. Fishtale).
Meer tegenslagen…
Helaas voelde ik me de volgende ochtend niet beter. Sterker nog, ik had het gevoel dat ik die nacht geen oog had dichtgedaan en ik voelde me nog steeds ziek. Hierdoor had ik besloten dat het voor mij niet verstandig zou zijn om hoger te klimmen, maar Juul wilde alsnog graag. Het plan was dat hij samen met Govinda door zou gaan en Valerie en ik rustig aan zouden doen in mid-camp. Maar omdat mijn symptomen verergerden, wilde Govinda dat ik zo snel mogelijk verder zou afdalen. Opnieuw een grote teleurstelling voor Juul, die juist zo uitkeek naar de uitdaging. Natuurlijk was hij ook bezorgd om mij en besloten we daarom met z’n vieren naar Sidhing te lopen (op ongeveer 1750 meter hoogte). Een goede beslissing, want ik voelde me met elke stap die we afdaalden beter. Na een paar uurtjes kwamen we al in Sidhing aan, waar een jeep stond die ons terugbracht naar Pokhara. We hobbelden vier uur lang terug naar Pokhara, waar een zeer welkome douche én een zacht bed op ons wachtten.
Na de trekking hadden we nog maar een paar dagen met Govinda en Valerie, voordat zij terugvliegen naar Nederland. Het is zo’n vreemd gevoel om hen uit te zwaaien en zelf achter te blijven in het land dat zij zo goed kennen. Maar we redden ons vast en het voelt ook een beetje alsof onze reis nu écht begint 🙂
Benieuwd naar het begin van onze wereldreis? Lees ons eerste reisdagboek.