Tijdens hiketochten in de bergen kom je heel andere situaties tegen dan in Nederland. Waar de paden in ons kikkerlandje over het algemeen vlak en zonder al te veel obstakels zijn, kun je in de bergen ook heel andere soorten paden tegenkomen. Rotsen, gletsjers, puinhellingen of zelfs sneeuw. In dit artikel geven we je tips en technieken voor het lopen over puinhellingen.
Lopen over puinhellingen, is dat nou moeilijk? Het klinkt misschien een beetje stom om een heel artikel te wijden aan de techniek van het lopen in bergachtig terrein. Lopen kunnen we toch allemaal? Maar een hiketocht in de bergen vraagt om een andere wandeltechniek dan bijvoorbeeld een wandeltocht door de Nederlandse bossen. Je komt andere situaties tegen en het is belangrijk dat je weet hoe je daar op een veilige manier van je wandeltocht kunt genieten. Een goede looptechniek zorgt er ook voor dat je langere tochten kunt maken, minder last hebt van blessures en je zekerder voelt in de bergen. Win-win dus!
Wat is een puinhelling?
Oké, een goede looptechniek is dus belangrijk. Wat de optimale techniek is, is afhankelijk van het terrein waar je loopt. In dit artikel focussen we ons met name op hiken over een puinhelling, maar wat is een puinhelling precies?
In de bergen kom je steile hellingen tegen. Zo’n helling is soms bezaaid met losse, kleine stenen en puin. Dit is een puinhelling. Toen ik net begon met hiken in de bergen, was ik altijd een beetje angstig voor puinhellingen. Met name tijdens afdalingen vond ik het helemaal niets, zo’n steile helling met allemaal losse stenen en puin. Die stenen kunnen gaan schuiven en voor je het weet lig je onderuit, of erger nog, schuif je mee naar beneden. Inmiddels weet ik een stuk beter hoe je moet lopen op dit type ondergrond en dat helpt een hoop!
Lopen over puinhellingen: hou je hoofd erbij!
Allereerst is het belangrijk om bij het wandelen over puinhellingen goed op te blijven letten of je nog wel op het pad loopt. Omdat de stenen regelmatig verschuiven kan het gebaande pad verdwijnen en loop je voordat je het weet een paar honderd meter van het pad af. Probeer dus altijd te kijken naar markeringen, zoals steenmannetjes en markeringen met verf op grote rotsen.
Zie je geen markeringen meer? Check dan met behulp van je GPS of je nog op de juiste route zit.
Slalommen over de puinhelling
Vind je het hiken over een puinhelling een beetje spannend? Dan kan het helpen om te slalommen in plaats van in een rechte lijn naar beneden te lopen. Wandelstokken kunnen je in zo’n geval ook helpen om je zekerder te voelen. Je hebt tenslotte wat extra steun.
Ook tijdens het omhoog lopen kan het helpen om te slalommen, al is het alleen maar om het pad iets minder steil te maken. Zo is het minder vermoeiend lopen.

Leun iets naar voren tijdens het lopen
Tijdens het afdalen is het belangrijk dat je niet te veel achterover hangt. Er hoeft maar iets te gebeuren waardoor je even uit balans bent en je gaat onderuit. Door je gewicht zo veel mogelijk boven je voeten te houden, loop je minder risico. Wandelstokken kunnen je hierbij helpen. Door wandelstokken te gebruiken heb je twee extra steunpunten voor je voeten, waardoor je makkelijker naar voren kunt leunen zonder voorover te vallen.
Heb je een zware tas op je rug? Dan is dit nog belangrijker en zul je tijdens heel steile afdalingen iets meer moeten compenseren.
Maak traptreden
Eén van de voordelen van een puinhelling, is dat het omhoog vaak juist wat makkelijker loopt, omdat je zelf tijdens het lopen een soort traptreden kunt maken. Bij het omhoog lopen over een puinhelling schop je de punt van je voet in de losse steentjes en maak je zo tredes voor jezelf om in te lopen. Je zwaartepunt verplaats je ook tijdens het omhoog lopen zo veel mogelijk naar voren.
Omhoog lopen op puinhellingen kan wel iets zwaarder zijn, omdat je dieper wegzakt in de steentjes.
Gebruik glijstappen
Op een mooie, regelmatige helling met veel losse, kleine steentjes kun je met een beetje ervaring snel naar beneden lopen door glijstappen te gebruiken. De eerste keer dat je dit doet voelt het misschien een beetje onwennig, maar als je eenmaal in de juiste cadans komt is het heerlijk.
Je gebruikt juist de losse steentjes om elke keer een stukje naar beneden te ‘glijden’. Druk je hakken goed in het puin en zorg dat het zwaartepunt van je lichaam aan de voorkant ligt. Voordat je onderuitgaat, zet je de volgende stap en zo ‘glij’ je soepel over de puinhelling naar beneden. De ondergrond zorgt voor een remmende werking. Let hierbij wel op dat je dit niet bij een te steile afgrond doet. Het risico bestaat dan dat er stenen naar beneden gaan rollen, waardoor er een gevaarlijke situatie ontstaat voor andere hikers die zich verderop op de helling bevinden.
Kijk vooruit
Tijdens het hiken over een puinhelling is het belangrijk dat je goed vooruit blijft kijken naar wat er nog komt. Veel mensen (ik ook) hebben de neiging om zich tijdens het hiken volledig op hun eigen voeten te focussen. Ze vergeten daardoor vooruit te kijken naar wat er nog komt. Doe je dat wél, dan kun je in je hoofd alvast de ideale route uitstippelen en zie je bovendien beter of de ondergrond verandert.

Wees altijd voorzichtig!
Misschien overbodig, maar ik wil het toch graag even gezegd hebben: hoe leuk je het wandelen over puinhellingen ook gaat vinden, zorg dat je altijd voorzichtig blijft. De ondergrond kan soms snel veranderen, waardoor je je looptechniek moet aanpassen. En hoewel een zekere tred belangrijk is, kan te veel zelfverzekerdheid juist voor problemen zorgen. Wees je dus altijd bewust van je omgeving en blijf nadenken.
Met de juiste looptechniek is het lopen over puinhellingen geen probleem. En wie weet ga je het zelfs leuk vinden om de glijtechniek toe te passen 😉 Veel plezier!